Langzaam word ik er knettergek van. Die bedrijfskunde jongens maken er een puinhoop van en ik vraag me af of ze het zelf in de gaten hebben. Er zijn net zoveel theorieën als bedrijfskundigen en ze hebben allemaal een lekker bekkende term (ze hebben namelijk ook allemaal het marketing-hoofdstuk goed gelezen).
Wat ik nu in mijn 3 maandelijkse cursus al ben tegengekomen: de 3 G’s, de 5 P’s, het 7S model, 4 (!) verschillende definities van de term ‘organisatie’ (lijkt me toch handig om in de organisatiekunde te weten wat een organisatie nou eigenlijk is), vier kruiden families van veranderkundige theorieën (zelf iets teveel kruiden gerookt) en een acht-stappenplan voor succesvolle omwenteling. En dan laat ik er vast nog een aantal weg.
Deze materie gaat er erg lastig in bij mij; zelf ben ik rationeel, mathematisch aangelegd. In de wiskunde is een definitie, een definitie. Die was 100 jaar geleden zo, en die zal over 100 jaar nog steeds hetzelfde zijn: de kortste afstand tussen twee punten is een rechte lijn. In de bedrijfskunde lijkt de eerstvolgende gek met een een theorie, als er maar een getal in zit, de volgende goeroe te zijn. En het liefst beschrijven we de boel nog zo wollig mogelijk ook. Of met “humor”. Argh.
0 reacties